- De eerste gegevens over een kapel in de woonkern Blauwkapel -het vroegere Voordorp- dateren 1408 en hebben waarschijnlijk betrekking op de huiskapel van de familie Van Veen, bewoners van Huis te Veen. In 1505 kwam Huis te Veen in het bezit van de familie Van Wijck. Rond 1550 werd de huidige kapel gebouwd door van Dirck van Wijck of diens zoon Jan van Wijck. De kapel was gewijd aan Maria en werd indertijd de Heilige-Maagdkapel genoemd.
- Omdat Voordorp indertijd bij de parochie van de Sint Jacobskerk in Utrecht (de huidige Jacobikerk) hoorde, ging tussen 1574 en 1581 hoogstwaarschijnlijk de bekende pastoor Hubert Duifhuis van de Sint Jacobskerk ook in Blauwkapel voor. Hij had grote problemen met de rooms katholieke geestelijkheid van vóór de Reformatie van 1580, maar eveneens grote problemen met de calvinistische leidslieden na de Reformatie. Duifhuis bood een inspirerend alternatief voor de wederzijdse verkettering tussen Calvinisten en Katholieken. Zo ontstond de belangrijke stroming van Duifhuisianen die in de Jacobikerk tot 1586 bijeenkwam. Overigens was de huiskapel al in 1579 door de Staten van Utrecht aan de Protestanten toegewezen.
- Na het overlijden in 1574 van Josina van Wijck (dochter van de vermoedelijke bouwheer van de kapel Jan van Wijck) erfde dochter Anna de ridderhofstad Huis te Veen en de huiskapel. Zij trouwde in 1584 op 11-jarige leeftijd met Willem van Gendt, een conservatieve katholieke edelman. Als “wraak” voor het gebruik van de huiskapel voor de protestantse eredienst zou deze Willen van Gendt tussen 1585 en 1588 de wanden en het plafond van een blauwe laag (kleur van Maria) hebben laten voorzien. De kerk kreeg een katholiek sausje en in de volksmond noemde men de kapel al vrij snel de Blauwe Capelle. Het kerkdorp Voordorp werd later ook aangeduid met de naam van de kapel: Blauwkapel.

- Tijdens de grote storm in 1674 die o.a. het middenschip van de Dom in Utrecht verwoestte, liep ook het kerkje Blauwkapel schade op. Enige jaren later werd met een bijdrage van de Staten de kapel hersteld en is ook het interieur grondig aangepakt. Het koor werd toen door een houten wand afgescheiden van het middenschip, de zijbeuken werden voorzien van vaste banken en balkons. Tegen de zijwanden van het middenschip kwamen zgn. herenbanken. Ook tegen de torenwand werd een galerij gebouwd. Tot halverwege de tweede wereldoorlog maakte de Nederlands Hervormde Gemeente Blauwkapel (de huidige PKN-gemeente Blauwkapel-Groenekan) gebruik van de kapel.
- Mede door de aanleg van het fort in 1821 kwam de kerk minder centraal te liggen. Tijdens de 2e W.O. werd de kerk gevorderd door de bezetters en deed o.a. dienst als paardenstal. De kerk raakte ernstig in verval. De Hervormde Gemeente had inmiddels een onderkomen in Groenekan. Na de oorlog besloot men aanvankelijk het gebouw te slopen en weer op te bouwen in het Openluchtmuseum in Arnhem. Door particulier initiatief kon dit gelukkig worden voorkomen.

- In 1957 werd de kerk voor 1 gulden gekocht door de Stichting Blauwkapel, die met steun van de overheid de kapel liet restaureren. Vanaf 1959 doet de kerk Blauwkapel o.a. dienst als oecumenische onderwegkerk.
- Verslaggever Jesse Taat heeft een film over de Nieuwe Hollandse Waterlinie gemaakt. Aflevering 2 gaat over Fort Blauwkapel en duurt ca. 10 minuten . Met behulp van de YouTube link https://youtu.be/lctzXk859K4 is deze film (aflevering 2) te zien.