Blauwkapel heeft een rijke historie en er zijn interessante dingen over te vertellen.
Als u met een groepje van tenminste 10 geïnteresseerde mensen de kerk komt bezoeken, dan vertellen wij u en uw gasten met behulp van een powerpoint-presentatie in een uurtje van alles over de kerk, het kerkdorp en het fort.
Om de kosten te dekken is er na afloop een vrijwillige deurcollecte.
U kunt een afspraak maken voor een bezichtiging / presentatie met de secretaris van de vereniging Ben van Hoeflaken (kerkblauwkapel@hotmail.com)
Hieronder staan alvast enkele wetenswaardigheden.
- Bouwjaar van de kapel.
Er zijn voldoende aanwijzingen om 1550 als bouwjaar van de kapel aan te houden. De opdrachtgever voor de bouw was Jan van Wijck, de bewoner van de ridderhofstad Huis te Veen tussen 1514 en 1550 in Voordorp, de huidige woonkern Blauwkapel. - Afmetingen en bouwstijl kapel
Aan de afmetingen van de kapel ligt een meetkundig patroon ten grondslag, namelijk vierkanten van 4 x 4 el = 2,76 x 2,76 m (een el = 69,4 m) en kubussen van 4 x 4 x 4 el = 2,76 x 2,76 x 2,76 m
Met een lengte van ca. 22 m, een breedte van ca. 5,52 m en met dwarspand-armen ca. 11 m en torenhoogte van eveneens 11 m. is de kapel waarschijnlijk de kleinste kruiskerk van Nederland. De bouwstijl van de kruiskerk is gotisch in baksteenstijl, maar heeft kenmerken van de overgang naar de Renaissance. De kerkromp heeft dwarspand-armen en een spits torengewelf.
Aan de buitenkant herinneren met name de steunberen aan de gotische bouwstijl. Het tongewelf, de spaarnissen en de korfbogige ingang ogen wellicht romaans maar werden in de gotische kerkbouw veelvuldig toegepast. Met name de wiskundige vormen -vierkanten en de kubus- werden veelvuldig toegepast in de Renaissance. - Verklaring van de naam Blauwkapel
Voor een verklaring van de naam “Blauwkapel” moeten we naar de bewoners van Huis te Veen in de Reformatie van 1517. De rooms-katholieke kapel in Voordorp werd samen met enkele andere kerken in Utrecht in 1579 door de Staten van Utrecht bestemd voor de protestantse eredienst. De eigenaren Anna van Essenstein en met name haar conservatieve katholieke man Willem van Gendt van Rixtel hadden niets op met de protestantse erediensten en de protestantse muurschilderingen (o.a. de Tien geboden in gotisch schrift op de muur in één van de dwarspand-armen).
Deze Willem liet kort voor 1588 de kerk van binnen blauw schilderen. Op subtiele wijze kreeg de kapel een katholiek sausje (blauw is de kleur van Maria).
Kort na 1588 wordt de kapel in diverse documenten niet meer de kapel in Voordorp, maar de Blauw-Kapel genoemd. Later werd ook het kerkdorp Voordorp aangeduid met de naam Blauwkapel en nog weer later in 1821 kreeg ook het fort de naam Fort Blauwkapel. - Predikantenborden
Sinds 1 september 2005 hangen de oorspronkelijke predikantenborden weer in Blauwkapel. De twee borden bevonden zich op de torenzolder van de PKN-gemeente Blauwkapel-Groenekan en zijn na restauratie in 2005 eerst in bruikleen afgestaan en in 2018 geschonken aan de Vereniging van Vrienden van Blauwkapel.
Op de borden staat te lezen, dat Ds. Lubertus Spruijtius van 1640 tot 1644 de eerste predikant in Blauwkapel was en Ds. Jan Arendsen in 1946 de laatste predikant.
In totaal staan op de borden de namen van 35 predikanten in 300 jaar gemeenteleven van 1640 tot 1940. - Orgel
In 1961 kreeg Blauwkapel haar huidige orgel. Dit orgel was in 1711 gebouwd door de Ieperse orgelmaker Jacobus van Eynde voor de St. Trudo Abdij te Male (bij Brugge). In 1852 verplaatste de uit Gent afkomstige orgelmaker Maximilien van Peteghem het instrument naar de parochiekerk van Sint Maria in Aalter. Van Peteghem verbouwde het orgel inwendig nogal grondig. In ieder geval bleven drie registers Van Eynde (tot op heden) bewaard. In 1961 werd dit instrument door orgelmaker J. de Koff & Zn. uit Utrecht in de kerk van Blauwkapel geplaatst.
In 1968 restaureerde deze firma het orgel. Op dat moment was nog weinig bekend over de geschiedenis van het orgel en in een poging de vermeende oorspronkelijke toestand te herstellen werd een register uit 1852 verwijderd (Fûlte traversière 8 Discant).
In 2007/2008 is het orgel -na een inventarisatie van orgeladviseur Peter van Dijk- zo goed mogelijk hersteld door Elbertse Orgelmakers in Soest. Een deel van de Fourniture toegevoegde pijpen zijn verwijderd en de Cornet 3 sterk Discant uit 1968 is gereduceerd tot een Nasard 3. Qua klank zijn de registers uit 1968 daarbij in klank zoveel mogelijk aangepast aan het historische pijpwerk